935 Reinigingsmiddel voor zuigerveren

Eigenschappen

Toepassingsgebied

Handleiding

Laat de motor warmdraaien (bedrijfstemperatuur, idealiter door te rijden en niet stationair te draaien). Schakel vervolgens de motor uit en koppel de elektrische aansluiting naar de bobines los. Leg de bobines weg en markeer hun plaats. Verwijder de bougies. Zorg ervoor dat er geen zuiger in het bovenste dode punt (BDP) staat. Steek de sonde in de verbrandingskamer en spuit de reiniger maximaal 5 seconden per cilinder in, te beginnen met cilinder 1. Bedek elk bougiegat met een doek. Laat de startmotor dan 5 seconden draaien, verwijder de doeken en gooi ze weg. Plaats de sonde terug in de verbrandingskamer en spuit de reiniger maximaal 5 seconden per cilinder in, te beginnen met cilinder 1. Draai de bougies na het spuiten 2–3 slagen naar binnen en laat het reinigingsmiddel 30 minuten inwerken. Verwijder vervolgens de bougies opnieuw, steek de sonde weer in de verbrandingskamer en spuit de reiniger maximaal 5 seconden per cilinder in – te beginnen met cilinder 1. Laat het reinigingsmiddel 5 minuten inwerken. Bedek elke bougieopening opnieuw met een doek en laat de startmotor 10 seconden draaien. Verwijder vervolgens de doeken en gooi ze weg. Blaas vervolgens de cilinders met een persluchtpistool schoon. Plaats de bougies en bobines terug, start de motor en laat deze 30 seconden stationair draaien. Laat de motor vervolgens 30 minuten draaien met 2000 tpm. Voeg ten slotte microflex® 957 motorreiniger toe aan de motorolie. Na het gebruik van de microflex® 957 motorreiniger moeten de motorolie en het filter worden ververst volgens de specificaties van de fabrikant.

Dosering

Spuit de zuigerveerreiniger maximaal 5 seconden in elke cilinder in.

Opmerking